Aan de vooravond van Prinsjesdag 2015 wordt Martijn Aslander gebeld door de Volkskrant. Of hij even commentaar wil geven op actueel beleid van minister Bussemaker en minister Schultz in het bijzonder, en de aanpak van de vluchtelingenproblematiek in het algemeen.  En dan ook nog over Blendle, Apple en referenda. Het is een hele lap tekst geworden, terug te lezen op de Opiniepagina van de Volkskrant. Natuurlijk is dat leuk en vleiend, als je visie wordt gevraagd en verspreid onder een groot lezerspubliek. But what is really going on?  

Expert-kanteling
Het beleid van het ene hiërarchische instituut (ministerie), wordt sinds jaar en dag beoordeeld door een ander hiërarchisch instituut (de media). Voor een evenwichtige berichtgeving zoekt de media indien maar enigszins mogelijk naar een second opinion van de ‘expert’. De ongeschreven wet daarbij was dat die expert altijd gekoppeld was aan een hiërarchie. Een wetenschapper, een directeur van een groot bedrijf, een baas van de vakbond, een leider van een onderzoeksinstituut, een burgemeester, de fractievoorzitter van een politieke partij. De expert moest autoriteit hebben en de hiërarchie verschaft hem die autoriteit. De hiërarchieloze expert bestond niet.
De impliciete aanname hierbij is dat de meeste expertise is te vinden in de top van hiërarchische piramides. In tijden van steeds meer transparantie in een netwerksamenleving, is dat natuurlijk al lang niet meer zo. Maar dat besef is nog niet zo heel breed doorgedrongen.              
In die zin is het een heel bijzondere omwenteling dat de ene autoriteit (de krant) een visie gaat vragen over een andere autoriteit (de minister) aan Martijn!  Want Martijn is alleen maar Martijn. Hij vertegenwoordigt helemaal niemand. Geen organisatie, geen werkgever, geen beroepsgroep, geen opleiding, geen belangen.  En voor Easycratie geldt precies hetzelfde. Het is van niemand en het is van iedereen.  Een nieuw fenomeen steekt hier de kop op: de opkomst van de hiërarchieloze expert.
En tevens een perfecte illustratie van een tweet van Erwin Witteveen eerder dit jaar: deskundigheid en autoriteit zijn niet meer synoniemen.

Het monopolie op de kennisverspreiding voorbij
Tot aan de komst van internet was het praktisch onmogelijk om als individu je ideeën en kennis te verspreiden onder een groot publiek, zonder tussenkomst van een hiërarchisch instituut. Daarom gingen zoveel goede ideeën verloren en gingen veranderingen maar langzaam. Door internet en social media is dat monopolie op de kennisverspreiding al tijden voorbij. Duizenden individuen zijn er al een keertje in geslaagd om geheel op eigen kracht hun idee de wereld in te blazen en daarmee een hoeveelheid mensen te bereiken, groter dan de oplage van een landelijke krant. Deze via de netwerksamenleving verspreide kennis wil soms wel eens afwijken van de kennis die via de ‘officiële’ kanalen wordt verspreid. Met als gevolg: veel frictie in de samenleving. En een afnemend vertrouwen van de burgers in zowel politiek als media. Dat vertrouwen kan weer toenemen als media alle beschikbare informatie in de samenleving als potentiële input gaan beschouwen. En die input primair gaan filteren op de inhoud van de boodschap, in plaats van op de afzender van de boodschap.
De volgende stap is dat beleidsmakers dat ook gaan doen. Inzien dat een goed idee een goed idee is en een slecht idee een slecht idee. En dat dat niet verandert door degene die het idee uitspreekt. Het maximaal gebruik maken van de collectieve intelligente, zo noemden we dat in Easycratie.