We schrijven Wales, een kleine honderd jaar geleden, ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Het pittoreske dorpje Taff’s Well heeft een zekere faam in de regio, omdat het is gelegen aan de voet van de berg Ffynnon Garw. Die berg trekt een beetje toerisme, zet Taff’s Well op de kaart, en zorgt er ook voor dat er bijvoorbeeld een treinstation in het dorp is. De toekomst van het dorp staat op het spel als twee ambtenaren van de Engelse Cartografische Dienst langs komen om de hoogte van de berg na te meten. Een berg mag pas berg heten, als hij 1000 foot hoog is. Ffynnon Garw blijkt slechts 984 foot hoog te zijn en moet voortaan heuvel genoemd worden, met alle gevolgen van dien.
An epic story
De dorpsbewoners vinden gezamenlijk een heel creatieve oplossing om hun berg te behouden. De serveerster van de dorpskroeg verleidt een van de twee ambtenaren, zodat de cartografen een dagje langer in het dorp blijven. En ondertussen metselen de samenwerkende dorpsbewoners twintig foot verse aarde bovenop de berg. Na de hermeting mag Ffynnon Garw berg blijven heten.Dit is het verhaal van The Englishman Who Went Up a Hill But Came Down a Mountain, een speelfilm uit 1995, met Hugh Grant in de hoofdrol. ”This is a story, an epic story. Yes epic!”, zegt de verteller in de openingsscène. Maar is het fictie of is het een waar gebeurd verhaal? Waarschijnlijk wel. Of het is ten dele waar. Maar wat doet het er toe? Het verhaal is gewoon een schoolvoorbeeld van ‘prehistorische’ easycratie. Easycratie is een manier van denken. Constructief oplossingsgericht denken, en meteen aan de slag gaan. Door samen te werken en inventieve oplossingen te bedenken, dwars door de bestaande hiërarchische structuren heen, en je vooral niet te bekommeren om budgetten en vertragende procedures.
De oplossing
De oplossing om de berg gewoon te verhogen is helemaal niet zo briljant. Eigenlijk is het de meest voor de hand liggende oplossing. Een beetje brutaal, een beetje eigenzinnig, een beetje avontuurlijk misschien. Maar je hoeft echt geen Einstein te zijn, om zoiets te bedenken. Desondanks is er in de twintigste eeuw in de maatschappelijke structuur de gewoonte ingeslopen om steeds verder af te dwalen van de meest voor de hand liggende praktische oplossing. Als we het Ffynnon Garw-probleem zouden verplaatsen naar een willekeurige westerse gemeente eind negentienhonderd, dan zou het probleem hoogstwaarschijnlijk op een heel andere manier worden aangepakt. Dan voorspellen we dat er in de gemeenteraad over wordt vergaderd, dat er ambtelijke werkgroepen worden gevormd en speciale commissies worden samengesteld. Dat zo’n commissie een half jaar later aanbeveelt om een ingenieursbureau aan te nemen, voor het verrichten van een alternatieve meting, bij wijze van contra-expertise. Om zodoende de eerdere meting van 984 foot te kunnen betwisten. De kosten van dit onderzoek moeten gebudgeteerd worden en goedgekeurd door de gemeenteraad. Dat kan pas op zijn vroegst volgend jaar in de begroting. Vervolgens worden er advocaten ingeschakeld, om langs juridische weg te bevechten dat de berg berg mag blijven heten. Misschien door een beroep op het gewoonterecht. Of anders door gebruik te maken van een maas in de wet. Een andere typisch eindtwintigsteeeuwse methode om het probleem aan te pakken is het inzetten van een communicatie-, reclame-, of PR-offensief. We leggen ons er bij neer dat het officieel geen berg mag heten, maar zorgen ervoor dat het officieus in de volksmond een berg blijft heten, zodat we alsnog de toeristische vruchten blijven plukken van Ffynnon Garw.
Hoe het dus ook kan
De bewoners van Taff’s Well kozen voor een oereasycratische oplossing. Een oplossing zonder vergaderen, zonder politiek, zonder jursiten en zonder boekhouders. Een oplossing die werkte. Een oplossing die sneller, goedkoper, beter en leuker was, dan het bureaucratische alternatief. Ze hadden geen computers, geen internet, geen mail, geen Twitter. Maar dat is ook niet per se noodzakelijk voor de easycratische gedachte. Easycratie is ideeën bedenken, de ideeën communiceren, medestanders zoeken en effectief aan de slag gaan.
The strength of weak ties
In de dorpsgemeenschap van Taff’s Well waren de kroeg en de kansel de twee belangrijkste social media. De kroegbaas en de dominee waren de twee belangrijkste connectors, die de mensen wisten te mobiliseren. En zelfs de theorie van Granovetter (The Strength of Weak Ties) zien we terug in de film. De dominee en de kroegbaas zijn weak ties, vage kennissen. Ze leven allebei in een andere wereld, met allebei een verschillende achterban. De kroegbaas komt nooit in de kerk, de dominee gaat nooit naar de kroeg. Het tippingpoint in de film ontstaat als de kroegbaas en de dominee elkaar opzoeken, gaan samenwerken en zodoende twee sociale kringen laten samensmelten en daardoor een breed draagvlak creëren.
Een easycratische blik
Het was verder niet zo’n geweldige film, The Englishman Who Went Up a Hill But Came Down a Mountain. Een zeven min, ofzo. Maar wie met easycratische blik naar de film kijkt, ziet al snel dat het in de maatschappij en in bedrijven wemelt van de bergjes zoals Ffynnon Garw. En dat er bijna altijd snelle, goedkope en effectieve oplosssingen voorhanden zijn, als je ze maar wilt zien. Het mooie van de film is, dat het ons eraan helpt te herinneren dat we ons niet blind moeten staren op de 2.0 en 3.0 technologische hulpmiddelen, die nu vrij beschikbaar zijn. Dat zijn de hulpmiddellen, reuzehandige hulpmiddelen, dat zeker, maar nooit een doel op zich. Easycratie begint met het focussen op de diepere kern van het probleem. De bureaucratische probleemaanpak is: hoe zorg ik dat Ffynnon Garw het stempeltje ‘berg’ krijgt?De easycratische probleemaanpak is: een laag dieper afdalen in de problematiek en het probleem bij de wortels aanpakken; hoe zorg ik dat Ffynnon Garw 16 foot hoger wordt?