Er staat deze week een mooi stuk in de Volkskrant. Bij economen ontbreekt het aan een realistische blik op de wereld, betoogt promovendus Joris Tieleman. Dat komt door hun studie. Ze worden opgeleid met oogkleppen. En als ze dan later gaan werken voor bijvoorbeeld het Centraal Planbureau, De Nederlandsche Bank of het ministerie van Financiën, met allemaal andere economen die met dezelfde oogkleppen zijn opgeleid, dan wordt het er beslist niet beter op.

 

Joris’ inzicht werd met name gevormd in zijn eerste jaar als economiestudent. Het was op het hoogtepunt van de laatste financiële crisis. Buiten heerste een economische chaos en vielen er banken om, maar binnen in de universiteitsbanken werden oude abstracte economieboeken onderwezen, alsof er helemaal niets aan de hand was. Boeken waarin nota bene doodleuk werd beweerd, dat het tijdperk van de financiële crisissen nu echt voorbij was, want dat werd immers goed gemonitord en gecontroleerd door talloze economische instanties.
Nou, shake hands Joris Tieleman! Ik heb 25 jaar eerder al exact hetzelfde meegemaakt. Ook ik was mateloos gefascineerd door economie en ging dat studeren. Ook ik was geschokt als eerstejaars over de kennis die daar werd aangeboden. Kennelijk is er in 25 jaar geen spat veranderd. Wellicht in een poging om de economiestudie zoveel mogelijk op een bèta-studie te laten lijken, werd de economische werkelijkheid gepresenteerd met behulp van wiskundige modellen die aantoonbaar NIET overeenkwamen met de weerbarstige economische werkelijkheid.

Economie voor dummies
Voor de lezers die nu op het punt staan om af te haken, omdat alles wat met economie te maken heeft eng is en te onbegrijpelijk, blijf even hangen alsjeblieft. Aan het eind van deze paragraaf ben je wellicht voor eeuwig van je economiefobie verlost. Want economie is ontstellend eenvoudig, zodra je de bèta-studie vermomming er afstroopt. Economie gaat in essentie over slechts twee dingen: produceren en consumeren. De mens produceert goederen en diensten, en de mens consumeert diezelfde goederen en diensten. De economische wetenschap bestudeert hoe de beslissingen tot stand komen die mensen nemen, bij de vraag wat ze gaan produceren en wat ze gaan consumeren en hoe alles dan weer verdeeld wordt. That.is.it!
En geld dan? Draait de economie dan niet om geld? Nee, de wereld draait om geld. De economie staat in principe helemaal los van geld. Geld is slechts een berehandig ruilmiddel bij de verdeling, niet meer, niet minder. Zeg maar: om te zorgen dat de slager ook een brood kan krijgen, als de bakker vegetarisch is. En geld is een handig rekenmiddel. En geld is vaak dé parameter in al die abstracte modellen die pogen de werkelijkheid te beschrijven. En precies daar gaat het ook mis. Alles wat wij ten onrechte economische modellen noemen, zijn in werkelijkheid financiële modellen. Die niet noodzakelijkerwijs -en steeds minder vaak- de economische werkelijkheid correct in kaart brengen.
En wat is dan micro-economie? Die kijkt naar de handelingen van het individu. Welke logica en wetmatigheden hanteert een mens bij zijn beslissingen wat te produceren en te consumeren? De macro-economie van een land, is vervolgens de optelsom van alle individuen in dat land. Je hoeft geen voldoende voor wiskunde te halen, om te begrijpen dat als de individuele metingen al niet kloppen, dat dan automatisch ook de optelsom niet klopt.

Het is de schuld van mijn vader
Als eerstejaars economiestudent leer je de wetten van de micro-economie. Het werkt als volgt: als er 100 bananen zijn en die kosten 50 cent per stuk, en er zijn 120 mensen die een banaan willen kopen, dan gaat de prijs van een banaan net zo lang omhoog, totdat de vraag gelijk is aan het aanbod. Als dat bij 60 cent het geval is, dan is 60 cent de echte economische waarde van die banaan. Zo staat het in de klassieke economieboeken, maar mijn lokale Albert Heijn heeft die kennelijk nooit gelezen, want daar is de economische waarde van die banaan gewoon 50 cent. De laatste twintig kopers hebben gewoon pech, want op = op. Ja, dat is maar tijdelijk, zegt de economie-professor. Dat heet een imperfecte markt. Let maar op, morgen kosten de bananen 60 cent. Daar had hij deels wel gelijk in. Maar het is erger, het is veel fundamenteler. De theorie gaat uit van de homo economicus, de rationele consument. Maar als de consument één ding niet is, dan is het rationeel.
Het is mijn vader die mijn fascinatie voor economie heeft opgewekt, denk ik. Als eenvoudige arbeider had hij zich opgewerkt tot kleine zelfstandige, een zzp’er avant la lettre. Hij was bladenman, bezorgde tijdschriften bij de mensen thuis en rekende cash af iedere week. Als klein jochie smulde ik van zijn verhalen. Hoe hij twee dagen lang zijn klanten een abonnement op een nieuw tijdschrift probeerde te verkopen, met de introductie-aanbieding: “een kwartaalabonnement voor 7,50 en dan krijgt u ook nog dit mooie boek cadeau.” Na twee dagen stond de teller op drie abonnees. Op woensdag herformuleerde hij zijn aanbieding: “Als u dit mooie boek koopt voor 7,50 krijgt u als extraatje gratis dertien weken lang dit nieuwe tijdschrift”. Op vrijdag had hij meer dan honderd nieuwe abonnees geworven. Dát is wat in de echte economie gebeurt. Niks geen rationele consumenten. Ik ging eens beter opletten in de winkel. Daar zag ik het ook! Een bordje bij het schap met “2e blik soep gratis” leidt tot heel ander economisch gedrag dan een bordje waarop staat: “50% korting”. Maar bij de kassa leveren beide bordjes hetzelfde kassabedrag op.
Het viel dus inhoudelijk vies tegen die economiestudie. Na een jaar wist ik het zeker: als ik echt iets van de economie wil begrijpen, moet ik ook naar de psychologie-faculteit, voor zover daar kennis wordt verschaft over de drijfveren van de mens. Het klink raar, maar ik heb daar indirect veel meer over economie geleerd, dan bij de economiestudie.

De economie is Nooit Af
Nooit Af gaat voor het grootste deel over de discrepantie tussen hoe het volgens de theorie zou moeten zijn, en hoe het in de weerbarstige praktijk is. Over de gewoonte van bedrijven, overheden, onderwijs en allerlei andere organisaties om stug door te blijven gaan met werkmethodes die ooit de beste methode waren met de middelen van toen, maar die nu allang niet meer de beste werkwijze zijn, doordat er nieuwe middelen zijn gekomen en doordat de externe omstandigheden zijn veranderd. Een substantieel deel van Nooit Af gaat over hoe oude economische modellen allang zijn achterhaald door nieuwe externe omstandigheden. Zoals digitalisering, waardoor de marginale kostprijs van veel diensten van heel duur naar circa nul is gedaald. Zoals overvloed, als voortvloeisel van digitalisering, terwijl economische wetten per definitie uitsluitend over schaarste gaan. Zoals gedecentraliseerd, technologisch gefaciliteerd altruïsme, want als honderdduizenden mensen zonder enige geldelijke beloning samen een Wikipedia gaan schrijven, koopt niemand meer een Winkler Prins encyclopedie.

Wanneer gaat het veranderen?
Het is nog niet zo lang geleden dat als je wilde weten welke lipstick het beste was, dat we massaal die informatie opzochten in damesbladen. Of advies inwonnen bij de make-up winkelier. Totdat we ons realiseerden dat die autoriteiten een dubbele agenda hadden. Wie doet dat nu nog, als je weet dat je veel betere en eerlijkere informatie kan krijgen bij talloze beauty-bloggers en vloggers? Wil je weten hoe goed de speelfilm is die vanavond door de NCRV wordt uitgezonden, dan kun je dat nog in de NCRV-gids lezen. Tenminste, bestaat die nog wel? Een beetje filmliefhebber kijkt natuurlijk in de IMDB, jawel: dat is weer zo’n product van gedecentraliseerd, technologisch gefaciliteerd altruïsme.
De volgende autoriteit die waarschijnlijk binnen korte termijn van zijn voetstuk wordt gestoten is Big Pharma en de aanpalende medische industrie. Als er een kleine 100 miljoen Apple Watches zijn verkocht en Apple doet een oproep aan de bezitters om op basis van altruïsme je persoonlijke hartslagdata geanonimiseerd te delen, en in no-time geven 400.000 personen gehoor aan die oproep, dan heb je zo’n waanzinnig grote hoeveelheid researchdata dat met behulp van artificiële intelligentie en machine-learning baanbrekende medische ontdekkingen worden gedaan, zeldzame hartritmestoornissen voorspeld kunnen worden, die een maand later via een update met detectie-alarm terugvloeien naar alle 100 miljoen Apple Watch gebruikers. En dan een dag later gaat ergens in een winkelstraat het alarm af om de pols van een nietsvermoedende wandelaar. Een voorbijganger waarschuwt hem. De wandelaar vertrouwt het eerst niet. Denkt dat de voorbijganger zijn horloge wil stelen. Maar uiteindelijk belt hij nog net op tijd een ambulance en wordt er weer een leven gered. In deze nieuwe werkelijkheid komen steeds meer mensen er achter dat we op het gebied van de medische vooruitgang waarschijnlijk meer heil kunnen verwachten van de Google’s en Apple’s van deze wereld, dan van overbetaalde pillenverkopers die witte jassen dragen in een poging om zo veel mogelijk op een arts te lijken.
Ook op het gebied van economische informatie is er veel beters te krijgen, dan in de oude economische studieboeken staat. Vroeg of laat gaat dit doordringen tot de bubbel van met oogkleppen opgeleide economen, die economie verwarren met financiën en die nu nog massaal instemmend mee knikken als de minister van Financiën op de Publieke Omroep verkondigt dat het slecht gaat met de economie omdat we een zachte winter hadden. Nee, stupid! Dat is slecht voor de staatskas omdat er minder gas is verkocht. Maar voor de economie is het goed. Dan kunnen we leukere dingen consumeren van de besparing op de gasrekening.
Ik bel mijn coauteur Martijn Aslander, of hij nog iets wil toevoegen aan dit artikel. “Ja! Zet er maar in dat ik een vijf voor economie had op het VWO, en dat mijn economieleraar zei dat ik totaal ongeschikt was voor economie. Maar Nooit Af werd wel mooi geciteerd in de nieuwjaarstoespraak van de Secretaris-Generaal van het ministerie van Economische Zaken, haha.”

Ook in Nooit Af oog voor oogkleppen.